Gevaarlijke leningen. Waar gaat het fout?

Geld lenen is een mooi fenomeen. Het biedt de mogelijkheid om zaken aan te schaffen die anders buiten uw bereik zouden zijn gebleven. Zoals iedereen zou moeten weten zijn er ook wel wat risico’s aan het afsluiten van een lening verbonden, maar wanneer een lening op basis van goed advies en gezond verstand wordt afgesloten is er meestal niet zoveel aan de hand. Vaak is een lening voor zowel de lenende als de uitlenende partij een mooie overeenkomst.

Toch gaat het ook geregeld niet helemaal goed. Consumenten gaan dan leningen aan waarvan later blijkt dat ze die niet, of bijzonder moeizaam, terug kunnen betalen. En wie eenmaal in de knel komt met zijn betalingsverplichtingen heeft daar vaak langere tijd last van. Maar hoe komt het eigenlijk dat mensen een lening afsluiten die hen in de problemen brengt? Pure hebzucht? Onwetendheid? Of toch iets anders? Naar het antwoord op die vraag is ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) erg benieuwd.

Een onderzoek naar verkeerde beslissingen

Wanneer iemand niet meer in staat is om een lening af te betalen zijn er eigenlijk alleen maar verliezers. Daarom is het voor de toezichthouder de (AFM) van belang om te weten hoe het komt dat mensen een riskante lening afsluiten. Wanneer duidelijk wordt wat mensen beweegt kan er misschien een oplossing gevonden worden, en in elk geval kan de voorlichting met betrekking tot (riskante) leningen worden aangepast.

Uit een eerder onderzoek bleek al dat consumenten zich bij het afsluiten van een lening door emoties laten leiden en minder door objectieve informatie. Dat gegeven wordt nu verder uitgewerkt in een onderzoek dat wordt uitgevoerd door gedragspsychologen die verbonden zijn aan de AFM.

Op welke manier wordt een consument beïnvloed?

Verkeerde beslissingen worden vaak genomen op basis van de beïnvloeding van buitenaf. Dat kan op verschillende manieren. Bijvoorbeeld door “trucjes” uit te halen met de informatieve tekst. Of trucjes, er wordt gewoon voor gekozen om bepaalde woorden te vermijden. Neem bijvoorbeeld het woord schuld, of het woord lening. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat leningaanbieders in plaats van dit soort ‘negatieve’ woorden vaak kiezen voor bijvoorbeeld saldo of beschikbare ruimte.

Dat komt minder bedreigend over en dus zijn consumenten eerder geneigd om een hoge (en dus potentieel riskante) lening aan te gaan. Een ander voorbeeld waarmee de AFM laat zien hoe consumenten worden beïnvloed heeft betrekking op de manier waarop het aanvragen van een studielening bij DUO tot 2014 in zijn werk ging. Tot dat jaar was er namelijk een optie om “maximaal” aan te vinken als leenoptie.

Veel studenten deden dat standaard. Later werd deze aanvinkoptie weggehaald en dat zorgde ervoor dat het aantal studenten dat maximaal leende met 50 procent afnam. Het op deze manier sturen van een consument wordt ook wel beïnvloeding van de beslisomgeving genoemd. Het idee van de AFM is om de beslisomgeving op in de toekomst op een andere manier te gaan beïnvloeden. Een manier waardoor de kans op een verkeerde beslissing over een lening af zal nemen.

Laatst bijgewerkt op 26 september 2024 door Joris van Leeuwen.